Tijdens het eerste gesprek vertelt de therapeut wat haptotherapie inhoudt. Vervolgens vertelt de cliënt wat zijn probleem is en welke hulp hij daarbij zoekt. Daarna wordt in gezamenlijk overleg bekeken of haptotherapie aansluit bij de hulpvraag.
Naast de gesprekken is de aanraking het belangrijkste middel waarmee aan de hulpvraag gewerkt wordt. Er worden uiteenlopende situaties ( zittend, staand, liggend ) gecreëerd waarin de cliënt kan ontdekken hoe hij op contact reageert. Op deze wijze ervaart de cliënt welke mogelijkheden er in zijn lichaam schuil gaan: spannen, ontspannen, openstellen, afsluiten, veerkracht, draagkracht, spankracht, weerbaarheid, grenzen stellen, emoties herkennen. De cliënt leert deze mogelijkheden op meerdere manieren gebruiken en toe te passen in zijn dagelijks leven. De ervaringen worden steeds per keer geëvalueerd en de oefensituaties worden in overleg aangepast aan het tempo van de cliënt en uitgebreid. Langs deze weg leert hij zijn lichaam beter kennen en waarderen en als ‘medestander’ ervaren.